Alpaca’s hebben een schattige blik en mede door hun gepersonaliseerde kapsel en prachtige bewolling hebben ze een hoge aaibaarheidsfactor en aantastelijk knuffelgehalte.

Als je met een cria bezig bent van jongs af aan ,kan je deze halstermak maken en meer aanhankelijk.Nochtans zijn wij daar geen voorstander van omdat het kuddedieren blijven, behorende tot de kameelachtigen en ze meer behoefte hebben aan vrijheid,natuur en kuddegeest.

Het is vooral door hun onweerstaanbare nieuwsgierigheid dat ze naar je toekomen en omdat  ze de mens niet zien als vijand.Passeert de vos of een hond,worden ze superalert en groeperen ze zich en stellen ze zich  op in falanx met de oudste en grootse dieren op de eerste rijen, klaar voor de verdediging.

Alpaca’s zijn niet aggressief of vals maar hebben allemaal een eigen karakter en voorkeur.Heel de dag door wordt de rangorde in de kudde bepaald en komt dat naar voor tijdens het ontbijt en avondeten wie waar mag staan aan de voederbak.Alpaca’s zijn heel de dag bezig met grazen of hooi eten en herkauwen.Daarnaast krijgen ze een mueslimix van granen en zaden met aangepaste mineralen en vitamines.

Jaarlijks worden alpaca’s geschoren en wordt de wol bewaard.Op dit moment beweegt de alpacawereld nog te veel op gebied van selectiehandel en bestandsverkoop .Het uiteindelijke doel blijft de commerciele  verwerking van de wol tot een  verkoopsklaar eindprodukt.Het is allemaal nog kleinschalig maar er wordt aan gewerkt.

Doordat een alpaca steeds vruchtbaar is kunnen wij als kweker bepalen wanneer de hengst zijn werk mag  doen.Dus de dekkingen gebeuren in de lente om zeker zomerveulens te verkrijgen.Zorgvuldig gebeurt deze selectie en mix van merrie en hengst om de juiste kleur,lichaamsbouw en wolkwaliteit te bepalen van de cria.Een alpacamerrie draagt tussen de 11 en 12 maanden en krijgt 1 jong.Normaal gezien gebeurt de bevalling  op natuurlijke wijze en steeds op en rond de middag.Het jong wordt letterlijk verwelkomd door de andere kuddeleden en enkele uren later dartelt het mee rond.Als het jong drinkt bij de moeder vanaf het eerste moment ,is er geen probleem en blijft het verder zogen bij de moeder tot 6 maanden.Soms gebeurt het toch dat er toch geen chemie is tussen de merrie en de cria en moeten wij als kweker de arbeidsintensieve moedertaak overnemen met de papfles.